27 juli 2008 het begin van Offshore Yacht Charter
Stap 1: selectie schip en ondernemingsplan
Als 28 jarige is mijn budget niet heel hoog, zeg maar gerust heel laag. Verwaarloosbaar klein is misschien een nog betere omschrijving. Echter, de aanschaf van een boot is natuurlijk niet goedkoop. Als werkzaam scheepsbouwkundig ingenieur weet ik dat een schip altijd een compromis is tussen de wensenlijst en het vaargebied en dat daarna de wensenlijst terug geschroefd wordt naar wat financieel mogelijk is.
Met het schrijven van een financieel plan worden de kosten en de baten inzichtelijk. Voor advies wil ik graag overleggen met een accountant, maar hoe kies je een goede Accountant? Via Internet zie je door de bomen het bos niet meer en selectie is vooral gericht op de goedkoopste. De accountant van mijn vader zit in Friesland, te ver van Rotterdam. Bovendien wil hij graag dat ik het bedrijf van mijn vader overneem, de zeilkipper Stella Maris. Een prachtig zeilschip dat door mijn vader, Ton Lemmers, weer onder zeil is gebracht. Ik weet nog dat ik als 5-jarig jongetje mee ging naar de houtzagerij om een boom te inspecteren waar hij zelf de mast van heeft gemaakt. Maar goed, door de steeds strenger wordende regelgeving en de hoge onderhoudskosten en het beperkte vaargebied zie ik helaas geen brood in de voortzetting daarvan. Al zoekend kom ik een accountant met dezelfde achternaam tegen, dat moet wel goed zijn. Een afspraak is snel gemaakt en we gaan onderweg naar Katwijk voor goed advies!
Terug komend op de boot keuze. Ik wil graag een groter vaargebied, in mijn studenten tijd heb ik als zet schipper (inval schipper) op een groot zeiljacht rond de Canarische Eilanden gevaren. Het vaargebied is fantastisch mooi en het concept van een mooi en snel zeiljacht is me goed bevallen. Qua scheeps kenmerken, voor mij zijn de zeileigenschappen het belangrijkste uitgangspunt. Naast snelheid zijn dat voor mij met name de aan-de-windse zeileigenschappen, omdat we naar schatting ongeveer de helft van de tijd tegen wind hebben. Dat betekend een vinkiel voor snelheid en een niet al te breed schip voor de aan-de-windse zeileigenschappen. Omdat ik wil gaan charteren zal ik met een vaarschema moeten werken, dat betekend dat ik ook met wind tegen de planning moet kunnen halen. Een vinkiel met een aangehangen bulb met lood geeft ook goede stabiliteit, waarmee een groot vaargebied bestreken kan worden.
Daarnaast wil ik de toekomstige passagiers ook enig comfort bieden met een voldoende zitplaatsen in de kuip en kajuit en ook een paar 2 persoons bedden (en ook stapelbedden). Dat betekend veel ruimte binnen, dus als compromis toch een breder schip. Zo kom ik uit op een minimale lengte van 15 meter en minimaal 8 passagiers om ook omzet te kunnen draaien. Als het bedrijf eenmaal op stoom gekomen is dan wil ik naar een groter schip kijken. Ook weer niet te groot, want juist het kleinschalige spreekt me aan vanwege het persoonlijke contact met de passagiers, maar ook de mogelijkheid om kleine havens, kreekjes en ondiepe ankerplekken aan te kunnen doen.
Zoekend op internet kom ik een Diana 56 tegen die te koop staat bij de Valk in Hindeloopen. Nou kennen niet veel mensen dat type schip, maar het is een iets kleiner zusterschip van de Duva, waar ik mee rond de Canarische eilanden heb gevaren. Deze schepen zijn ontworpen door Gary mull en zeilen als de brandweer. Gary Mull heeft bij Sparkman and Stephens gewerkt waar hij de Swan jachten heeft getekend. Samen met mijn vader gaan we kijken. Helaas wordt ik niet heel serieus genomen door de makelaar en de boot blijkt in erg slechte staat. Op mijn technische vragen krijg ik onzinnige en ontwijkende antwoorden, de Makelaar van van de Valk yacht brokers heeft duidelijk geen verstand van schepen.
Stap 2: de Financiering
Zoals eerder gezegd heb ik vrijwel geen eigen vermogen en daarom benader ik verschillende banken voor een financiering. Eerst de duurzame banken zoals Triodos en SNS, maar die geven te kennen dat zij meerdere soortgelijke projecten hebben die in zwaar weer zijn beland. Het gesprek bij de Rabobank loopt uit op een anticlimax. Tegenover me zit een zwaarlijvige man in streepjespak die zegt: “Zeilen, daar wordt ik altijd zeeziek van…” Waardoor mijn zin ook wel verdwijnt. Gelukkig zijn er op radio en tv continue spotjes van ABN Amro, De Bank voor ondernemers zoals ze zelf zeggen. Na contact te hebben gelegd krijg ik een telefoontje waarin de manager me uitlegt dat ik niet mijn goede baan als scheepsbouwkundig ingenieur op moet geven om te gaan hobbyen! Tsja, het blijkt dat de bankenwereld ander standaarden gebruikt en geld verdienen belangrijker vind dan het hebben van een leuke baan.
Na maanden van onderhandelen met verschillende banken en het daarop aanpassen van mijn ondernemingsplan (lees: een kleiner jacht) gaat de Friesland Bank akkoord op voorwaarde van een goed taxatie rapport. Het zeiljacht dat we nu op het oog hebben ligt in Aguadulce, in zuid Spanje en dat betekent dat we daarheen moeten vliegen met een Nederlandse taxateur. Dat betekend dus extra kosten zonder garantie dat we een financiering krijgen. Het zeiljacht is een Bavaria 50 van 8 jaar oud uit 2000, 15 meter over de waterlijn met 10 bedden. Op internet staan op dat moment veel jachten van dit type te koop en aan de hand daarvan kan ik een redelijke inschatting van de markt waarde maken. Een voordeel is ook dat we een marktwaarde weten en als de plannen mislukken de boot ook door kunnen verkopen voor deze prijs.
De Cherokee is oorspronkelijk als serie-jacht gebouwd in 2000. Ontworpen door J&J (bekend van de ‘Grand Soleil’ zeiljachten) en gebouwd voor bare-boat (zonder bemanning) charter onder klasse van Lloyd’s register. . Gebouwd voor bare boat charter onder Lloyd’s register keur. Hoewel er weinig mee gevaren was en de boot in goede staat was bij aankoop, wilde ik toch heel wat dingen veranderen en verbeteren om met passagiers te kunnen varen en ook om haar hiervoor gecertificeerd te krijgen.
Het zeiljacht, de Leviathan, is niet veel gebruikt, maar omdat deze niet is gecertificeerd is voor chartervaart onder Nederlandse vlag, verwacht ik veel geld nodig te hebben om het zeiljacht om te bouwen. Dit betekent dat ik meer financiering nodig heb dan de waarde van het jacht.
Hiervoor heb ik een gedetailleerd verbouwingsplan met prijsopgaven van leveranciers erbij gemaakt en een inschatting van werk uren. Gelukkig zijn op internet veel foto’s en tekeningen te vinden, want de Bavaria werf wil helaas geen informatie verschaffen. De romp is gelukkig wel goedgekeurd door Lloyd’s register dus de basis is zeker goed.
De financiers van de Friesland bank zijn pragmatisch ingesteld en ze stemmen er mee in dat de waarde van de verbouwing wordt meegenomen in het taxatie rapport door een erkend jacht expert.
Stap 3: De scheepsmakelaar en het koopcontract
Om de constructie en de staat van het schip grondig te inspecteren, wil het graag op de kant zien op de kant (het jacht ligt in het water). Om dit te mogen doen met de taxateur erbij, moet ik eerst het koopcontract tekenen, waarbij een aanbetaling van 10% vereist is. Dit blijkt een gebruikelijke handelswijze, maar toch vind ik dit heel vreemd, want dat betekent dat ik akkoord moet gaan met de vraagprijs voordat ik het schip gezien heb. Aan de hand van mijn te besteden budget doe ik een voorstel dat 16% onder de vraagprijs ligt. De eigenaar gaat akkoord! Ik geloof wel dat de makelaar een beetje gek wordt van al mijn technische vragen, blijkbaar. Gelukkig blijkt de Nederlandse makelaar ‘Reydon’ ook pragmatisch te zijn en kan ik extra voorwaarden in het koopcontract opnemen om eventueel onder het koopcontract uit te kunnen komen als we de financiering niet rond krijgen of als het schip in slechte staat blijkt te zijn. De aanbetaling, die ik gelukkig van mijn schoon ouders kan lenen, storten we voor de zekerheid op een ‘derden’ rekening van de notaris.
Stap 4: De keuring en taxatie
Met zijn drieën naar Spanje vliegen plus hotel overnachtingen, is natuurlijk niet gratis. Gelukkig wil de taxateur, Daan Hamburger wel meewerken om de kosten relatief laag te houden. Laura en ik halen hem op vanaf Schiphol waar hij zijn auto heeft geparkeerd, vandaar rijden we naar Brussel airport. Met Jetairfly vliegen we naar Almeria en vandaar gaan we met de Taxi naar Aguadulce. De volgende dag wordt de taxatie uitgevoerd, waarna Daan met de bus naar Malaga rijdt en ’s avonds naar Schiphol terug vliegt. Laura en ik blijven nog twee dagen om e.e.a. op te meten voor de verbouwingsplannen.
De reis gaat volgens plan en tijdens de taxatie gaat het allemaal goed, met 35 graden is het wel ontzettend warm, dat is even wennen voor ons allemaal. Gelukkig kunnen we daarna wel even zwemmen in de Middellandse zee om een beetje af te koelen. Het hotel is vlakbij de haven met airco en een bad. ’s Avonds bij het eten verteld Daan dat het zeiljacht hoog genoeg getaxeerd om voldoende financiering van de bank te kunnen krijgen inclusief verbouwingsplannen!
Op 6 augustus, Laura’s verjaardag, hebben we de laatste contracten getekend en ons ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het zeiljacht staat nu op onze naam ingeschreven bij het Kadaster voor de zeebrief en we hebben haar omgedoopt tot ‘Cherokee’. Ons bedrijf, Offshore Yacht Charter is hiermee officieel van start!